Kledingkast uitschudden, eigen stijl.

Ik heb mijn winterkleding uitgeschud. Er begint een hele duidelijke lijn te komen in wat ik fijn vind om te dragen en wat niet. Ik heb een aantal overbodige kledingstukken opgevouwen en in een tas gedaan voor iemand die er interesse in heeft.

Ik vind makkelijk bewegende broeken fijn, en in de winter doe ik er een fijne legging onder. Dat lost het voor alles behalve de echte kou wel op. Dan shirtjes, lange mouwen en dunne truitjes, zodat ik kan mix and match’en, en door de meerdere laagjes het toch warm heb. Allemaal goed: lekker doorgaan met categorieën afstrepen.

Dan zijn er ook moeilijke categorieën. Winterrokken bijvoorbeeld, die dien ik helemaal niet in huis te hebben. Ik heb een paar al bij voorbaat weggedaan omdat ze even mooi waren als die éne mooie en er weinig momenten zijn waarop ik dat soort zou dragen. Een winterfeestje, kerst, en dan liefst wel binnen, want ik zie mezelf helemaal niet met een rok buiten rondlopen in de kou. Met drie leggings eronder word ik er wel warmer, maar niet blijer van. Ik heb er dus één mooie overgehouden voor ‘wanneer ik iets moois aan wil’. Voor het geval dat.

Klaar, dacht ik.

Toen pakte ik mijn zomerkleding erbij, want ik was toch bezig. Daar heb ik meer van dan winterkleding, al draag ik ze minder vaak, aangezien ik een koukleum ben. Dus ik ben een beetje gaan wieden met de kennis van vorig jaar van wat ik wel en niet graag draag, en gesterkt door de afgelopen zeer warme weken.

Het moet al redelijk zomers zijn wil je mij in enkel een t-shirtje en een rokje zien. En ik heb sinds vorig jaar twee zomerjurkjes, waarvan ik er één ook met de hoogzomerhitte gedragen heb. Er is nog hoop. Shirtjes heb ik zat, en nog wat leuke rokken, wat zomerbroeken en één korte broekje, dat moet toch genoeg zijn voor de gemiddelde zomer.

De ervaring leert dat ik dat en mijn minirokjes erg weinig draag, omdat je uiteindelijk dus met je onderbroek op het parkbankje zit, en dat vind ik helemaal niks, dus ik heb het geminimaliseerd tot één elk: shorts (à la Daisy Dukes) en een minirokje. Mijn man vindt het leuk – ik ook natuurlijk – maar het moet ook leuk blijven.

Ik kom de zomer dus wel hiermee door.

Officieel ga ik pas wieden in mijn zomerkleding als het september is, en ik weet wat ik allemaal wel en niet gedragen heb, maar officieus ben ik al een stuk of 20 kledingstukken lichter sinds de warmte begon.

Ik evalueer alles wat ik draag meteen door het af te danken bij het aan proberen: het kriebelt, het zit niet goed, of het is toch eigenlijk niet de goede maat. Ook dank ik wel eens iets af nadat ik het een dag gedragen heb. Het kriebelde eigenlijk toch wel, de stof deed vervelend of de vorm past niet goed bij mijn lichaam. Ik noem maar wat redenen.

Helaas moet het in het het laatste geval nog een keer met de was meedraaien, voordat het naar de kringloop kan. Dan loop ik het risico dat ik tegen de tijd dat het uit de was komt, niet meer weet dat het afgedankt diende te worden en verdwijnt het gewoon weer de kast in. Om dat te ondervangen, maak ik nu een piepklein stapeltje van die dingen en zal er eens een miniwasje voor draaien. Tja een mens moet wat.

Op het moment heb ik weer genoeg gewied en wacht ik officieel weer tot september/oktober, tot ik de zomerkledingevaluatie kan gaan doen. Er hangt toch nog wel wat in mijn kast waarvan ik weet dat het niet optimaal gebruikt wordt.

Sorteren jullie je kleding ook op zomer/winter?
En schudt je de kast uit vóór het seizoen of erna?