Bewust ontrommelen: platte oppervlakten.

Ik heb met de jaren grondregels opgesteld die de basis vormen om het thuis practisch en werkbaar te maken en houden.

Platte oppervlakten zijn geen bergruimten.

1. De vloer is geen bergruimte.
2. De trap en overloop is geen bergruimte.
3. Aanrechten zijn geen bergruimten.
4. Tafels zijn geen bergruimten.
5. Platte meubels die voor mensen bedoeld zijn – zoals bedden, banken en stoelen – zijn geen bergruimten.

Wat is dan wel bergruimte?

1. In en op kasten.
2. Ander meubulair dat als bergruimte bedoeld is.
3. Schuur en berghok.
4. Als schuur of garage erg groot zijn, zal er eerst een kast moeten komen, anders gaan dingen slingeren over de grond.
5. Ophanghaken aan muren en andere constructies waardoor dingen van de grond af zijn.

Basisideeën die hier aan ten grondslag liggen zijn:

1. Alles heeft een plek in de kasten en andere bergruimtes, want daar hoort het thuis.
2. Ik hou alles van de vloer af, zodat ik me vrij kan bewegen.
3. Ik hou alles van de werkplekken af, zodat ik er ongestoord mee aan de gang kan.
4. Ik hou alles van de tafels af, zodat ik er altijd gebruik van kan maken.

Wat zijn de voordelen hiervan?

1. Ik hoef niet alsmaar om dingen heen te lopen of ergens overheen te stappen.
2. Ik hoef geen grenzen meer te onderhandelen over wat wel en niet mag blijven liggen.
3. Flux plekken blijven flexibel, zoals tafels en aanrechten.
4. Statische opbergplekken staan uit de weg, zoals kasten en bergruimtes.

Ik weet meteen als ik te veel spul hebt, want dan past het niet meer in de kasten.

Verder hou ik een (soepele) 24-uurs regeling aan.

Er mag best wat blijven liggen, maar niet permanent. Als het object er al een dag ligt zonder gebruikt te worden, zoals belangrijke papieren, het keukenapparaat of dat boek dat mijn man aan het lezen is, wordt het doorgesluisd naar een permanente plek, binnen of buitenshuis.

Een plek voor alles en alles op z’n plek.

Hoe doe jij het?