Calvinsime zit alleen maar in de weg als je wilt opruimen.
Volgens het Calvinistische Nederland, dien je 1 vork, mes en lepel per persoon te hebben. Als je voor een gezin van 6 stamppot wilt maken, dan dien je daar geen stamper voor in huis te willen hebben: 2 vorken is ook goed genoeg. Die moet je na een kwartier prakken (want je kookt voor 6) wel afwassen want 2 gezinsleden moeten er daarna nog de maaltijd mee doen. Maar oké.
En daarover klagen mag ook al niet. Dankbaar moet je wezen, en nederig. En afzien. Heel veel afzien.
Je begrijpt, ik jaag al tijden geen calvinistische ideeën na.
De truuc van het Calvinisme (de culturele grondslag, niet de protestants-Christelijke religie) is dat het doel nooit te behalen is. In die zin, is het Calvinsime in Nederland een voorloper op de mode. Die is ook onhaalbaar en houdt je eeuwig bezig. Het Calvinisme kost alleen een stuk minder geld.
Als je je van te voren verontschuldigt dat er nog één t-shirt in de vuile was ligt omdat dat die van gisteren was, en je echt geen was kan draaien voor één shirtje als er bezoek komt, dan heb je waarschijnlijk de Calvinistische slag te pakken. Bezoekers interesseren zich trouwens echt niet voor de was die in een privé kamer staat. Die hebben wel wat beters te doen, gezellig bij jou op de thee. Jij ook, overigens, genieten van je bezoek.
Lang geleden zag ik in dat het een onhaarbaar streven was, dus heb ik alles wat Calvinistisch aandeed afgezworen.
Ik zeg nooit, “sorry voor de rommel,” want ik heb m’n best gedaan. M’n best voor mij, niet voor hun. Ik vind het goed zo.
Iemand die m’n DVD kast weg wel hebben, kent mij niet. Daar word ik niet blij van. Dingen in huis hebben waar je blij van wordt, is het eerste vereiste, zowel bij Kondo als bij The Minimalists. De mening van puristen sla ik af – die willen iets anders dan ik. En ze dienen zich niet met mijn persoonlijke leven te bemoeien. Ook niet in m’n hoofd.
Iemand die zegt dat ik te veel pannen heb, heeft nog nooit alles van de grond af gekookt. Ik heb mijn leven, zij de hunne. Ik ga geen oordelen uiten in hun woning. Dat vind ik grof, en dus doe ik dat niet. Ik wil de hunne bij mij thuis ook niet aanhoren.
Mijn huis in inmiddels naar mijn tevredenheid op orde.
Nu hoef ik niets meer aan de kant te leggen als er bezoek komt. Het is altijd netjes en er is altijd plek. Dat is omdat ik dat wil, niet omdat zij dat verdienen of omdat ze het me emotioneel afdwingen.
Als ze bij mij op bezoek willen, dan is dat onder mijn voorwaarden. Koffie, thee en koekjes kunnen ze krijgen. Lekker eten ook. Maak ik koop niets meer voor ze wat we zelf niet ook eten.
Ze hoeven niet af te wassen of hun bed te strippen aan het eind. Ze krijgen schone handdoeken, mogen meeëten, en ook de kinderen zijn welkom. Ik heb zelfs OV kaarten en touristenkaart van hartje Amsterdam voor ze te leen.
Vind maar eens mensen die zo gastvrij zij als wij.
Daar komt echt geen Calvinisme bij kijken.
Meestal krijg ik uitgebreid te horen dat ze erg blij zijn dat ze mochten logeren, eten of langskomen. Dat het gezellig was en laten we het vooral nog een keertje doen.
Onze gasten hebben nooit een negatief oordeel liggen als ze langskomen. Die willen ook gezelligheid, net als ik. Een aantal mensen zijn allang blij dat er zo veel kan, dat het leuk is, dat er vanalles mag.
Daarna willen ze graag iets terug doen, ons heel erg bedanken, of gewoon samen genieten.
Gezeur komt alleen van pottekijkers met een Calvinistische inslag.
Gelukkig willen zij toch nooit logeren, dus die zijn gauw genoeg weer weg. Ze worden niet opnieuw uitgenodigd, al zeg ik zelden nee als ze vragen of ze langs mogen komen.
Is het Calvinistisch correct om jezelf uit te nodigen bij iemand thuis? Hmm!
Wat naar voor die mensen dat het enige wat ze zien is wat er allemaal niet voldoet aan hun materialistische ideaalbeeld.
De thee, de koffie, de gezelligheid, de mooie gesprekken. De ervaringen en later herinneringen aan een heerlijk samen zijn. Al dat moois gaat aan hun voorbij.
Maar ze zullen altijd Calvinistisch gelijk krijgen, want het puriteinse streven is onhaarbaar. Dat ik niet voldoe, zal daarom altijd feilloos waar zijn. Dus zij zullen altijd hun gelijk halen.
Mogen zij ’s avonds mooi met de kille geneugten van ‘het grote gelijk’ in bed kruipen.
Maar ik heb gezelligheid en heerlijke theekransjes, logeerpartijtjes en spontane avonturen.
Ik heb liever gezelligheid dan het ‘grote gelijk.’