Toen ik nog getrouwd was met mijn ex die een enorme sloddervos en hamsteraar was, liet hij alles overal liggen.
Vooral daar waar het totaal niets mee te maken had: kleding, gereedschap of handdoek op de bank, sleutels in de slaapkamer, eetgerei in de studeerkamer. Overal boeken en zaken waar hij nooit wat mee deed. (En over de keuken zullen we het maar helemaal niet hebben.)
Opruimen had geen zin, want zijn kasten waren al geheel vol.
Dus ik scheidde alles in ‘zijn plek’, ‘mijn plek’ en ‘algemene ruimte’.
Als ik zijn spul in de algemeen ruimte vond, dan pakte ik het op en legde het op zijn werkstoel. Het kon niet schelen wat het was. Op z’n bureau was geen plaats. Nergens was plek, want alles stond vol.
Ik ging niet zijn troep verder nog opruimen. De algemene ruimtes en m’n eigen overvolle plekjes waren me al te veel om te bolwerken.
Opruimen voor een ander heeft echt geen zin. Sterker nooit, dat levert me alleen maar een leven lang werk op.
Dus ik pletterde alles wat me in de weg lag op zijn stoel.
Nooit heb ik hier enige reactie op gekregen. Niet positief, noch negatief. Ik heb geen idee of hij er iets bij dacht of dat hij al vergeten was waar hij het neergegooid had. Misschien vond hij het logisch om het op z’n stoel terug te vinden. Misschien dacht hij helemaal niets omdat hij niet meer wist wat hij ermee gedaan had.
Hoe dan ook, dat was mijn oplossing.
Laat hem het lekker verder uitzoeken. Zo is het uit mijn weg en ik kan door met de orde van de dag.
Scheiden was uiteindelijk een nog effectievere oplossing, maar dat had niets met z’n huishoudelijke gedag te maken.